Diegenen die de afgelopen 4 jaar hun woning hebben verkocht hebben ongetwijfeld kennis gemaakt met het fameuze energielabel. Zo’n beetje alles wat wij als mensen kopen laat via het energielabel zien hoe het met de energiezuinigheid van het product is gesteld. Een heel goed idee. Tot 2015 was er niemand die vroeg hoe het eigenlijk met de energiezuinigheid van een woning gesteld was. Vreemd, met name omdat ons huis toch de plaats is waar we (buiten ons werk om) de meeste tijd doorbrengen. Maar zoals gezegd is hier in 2015 verandering in gekomen. Sinds die tijd moet iedere verkopende woningeigenaar – op straffe van een boete van enkele honderden euro’s – bij de eigendomsoverdracht een geldig definitief energielabel aan koper overhandigen. Dit heeft gerelateerd dat aspirant-kopers meer ingaan op de energiezuinigheid van het woonhuis. Wat dat betreft heeft het energielabel wel zin gehad. Het energielabel is 10 jaar geldig.

Voordeel is dat dít energielabel door woningeigenaren snel, eenvoudig en goedkoop (kosten € 1,=) digitaal te regelen is. Er is wel een probleempje: het label zoals we het nu kennen stelt niet zo heel veel voor. Het is erg oppervlakkig en geeft mijns inziens geen goede inkijk in de energiezuinigheid van het betreffende woonhuis (uitzonderingen daargelaten). Er wordt bijvoorbeeld niet doorgevraagd naar de soorten isolatie (rc-waarden, materiaalkeuze etc.).

Onze “vindingrijke” minister Ollongren heeft hier wat op gevonden (onder druk van Europese regelgeving): vanaf juli 2020 moet het energielabel anders: de energieprestatie van een woning moet worden uitgedrukt in het primaire energieverbruik. Om hier aan te kunnen voldoen is er een nieuwe bepalingsmethode vastgesteld. Deze methode wordt dan gebruikt in het nieuwe energielabel.

Het primaire energieverbruik is nu ook al beschikbaar aan de hand van afschriften van het energieverbruik van de bewoners. Dit zegt echter niet alles over de isolatiewaarden van een woonhuis maar mijns inziens meer over het stookgedrag van de huidige eigenaren: uit hoeveel leden bestaat het gezin, hoe vaak wordt er gedoucht, zijn deze mensen kouwelijk aangelegd of laten ze vaak de buitendeuren open, is er een houtkachel aanwezig en ga zo maar door.

Een tweede punt is dat – als alles gaat zoals onze minister het voor ogen heeft – de eigenaren zelf niet meer het energielabel kunnen/mogen aanvragen. Dit dient te gebeuren door een energiedeskundige die ter plaatse langs komt. Ik zie het al gebeuren: hoge kosten en overvolle agenda’s waardoor het aanvragen van het energielabel al vroegtijdig dient plaats te vinden.

Ik ben absoluut voorstander van een beter energielabel (dan het huidige) maar of er daadwerkelijk een meerwaarde in dit duurdere label zit vraag ik mij af. Uit de praktijk blijkt dat na verkoop van een woning door aansluitende verbouwingen in opdracht van de nieuwe eigenaren het afgegeven label al snel achterhaald is. Het lijkt er op dat het bij (iedere door)verkoop verplicht inschakelen van een dure adviseur de woningeigenaren op hoge kosten gaat jagen.

Uitgaande van een geldigheid van het huidige energielabel van 10 jaar brengt mij dat bij het volgende: bent u voornemens om uw woning binnen 10 jaar te gaan verkopen vraag dan – nu het nog kan – het goedkope energielabel aan. Of het huidige label in 2020 haar status
verliest waardoor alsnog een nieuw label moet worden aangevraagd is nog niet bekend maar voor die ene euro is het de moeite van het proberen waard.

Michel Snoek
Buiten Landelijk wonen